Toeslagenaffaire, iedereen heeft boter op het hoofd

Het zal u niet ontgaan zijn beste lezer: Het kabinet Rutte III is niet meer. Met de finish al in zicht, is het kabinet gestruikeld over de toeslagenaffaire. De toeslagenaffaire die tienduizenden mensen in de problemen bracht en tot op de dag van vandaag houd. De toeslagenaffaire waarin mensen onterecht werden verdacht van fraude.

De publieke opinie en de Tweede Kamer voorop schreeuwen het hards om hun verontwaardiging over deze hele schandelijke gang van zaken te laten blijken. En de Kamer zal zo verwacht ik het demissionaire kabinet het vuur nog wel aan de schenen leggen. Terecht? Ja natuurlijk. Het zittende kabinet is immers verantwoordelijk te houden voor haar beleid en ook voor het beleid van voorgaande kabinetten. En toch, toch heeft de Tweede Kamer, de pers en eigenlijk de gehele publieke opinie een berg boter op het hoofd daar waar het om dit hoofdpijndossier gaat. Denkt u eens even met me mee.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen

Ja dat is de vraag. Om die vraag te kunnen beantwoorden, is het nodig een lange analyse van gebeurtenissen te maken. Wat dat betreft kan ik aanraden het artikel op Decorrespondent.nl van journalist Jesse Frederik te lezen. De journalist zet hierin vrij nauwgezet uiteen wat er allemaal gebeurd is.

Laat ik mij dan ook beperken tot het aanhalen van een u wellicht nog bekende zaak, de Bulgarenfraude. In 2013 kwam aan het licht dat Bulgaren in Nederland via nep-adressen op grote schaal zorg- en huurtoeslag aanvroegen. De publieke verontwaardiging was groot. Weer een schandaal met toeslagen. Nederland, fraudeland, zo was het beeld dat er leefde.

Kortom: Er moest iets gebeuren om dit soort praktijken in de toekomst te voorkomen, zo was de overtuiging bij kabinet, Kamer en (niet in de laatste plaats) bij u en mij. Schandelijk immers, om zo met belastinggeld om te gaan. En dus kwamen er maatregelen. Ik citeer uit het artikel van Frederik.

Vandaar dat het Managementteam Fraude heeft besloten tot de oprichting van het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF). Normaal houdt de Belastingdienst toezicht door individuele toeslagaanvragen of belastingaangiftes te controleren. Het CAF gaat juist actief op zoek naar mogelijke ‘facilitators’ van fraude, en zal vervolgens onderzoek doen naar individuele toeslagaanvragers die mogelijk een link hebben met foute gastouderbureaus, belastingadviseurs of religieuze instellingen.

Op die manier kan de facilitator ook sneller in het nauw worden gedreven. Deze zal immers in de problemen komen doordat zijn klanten in de problemen komen: een stuk sneller en effectiever dan het strafrecht. Het doel van het CAF is om ‘de facilitator te pesten’, zo staat in het oprichtingsplan.

Actie en reactie dus. De oprichting van het CAF. Echter zoals Frederik in zijn stuk terecht opmerkt de toeslagenaffaire is niet begonnen met de oprichting van het CAF. Deze vond zijn oorsprong al eerder. Naar aanleiding van de Bulgarenfraude – en de daaropvolgende mediastorm – verzocht de Kamer in 2013 om strengere handhaving van de regels rondom toeslagen. Die strengere handhaving kwam er met de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit.

Echter het verzoek van de Kamer kunnen we eigenlijk wel toeschrijven aan symboolpolitiek en inspelen op de tendens van het moment. Acteren op de waan van de dag zo u wilt. De regels waren op dat moment namelijk al erg streng. Al jaren voor de Bulgarenfraude ondervonden ouders namelijk al ellende van deze fraudewet. Een fraudewet waarover door de Raad van State rondom de invoering een negatief advies is uitgebracht, omdat er onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen kwade opzet en onbedoelde nalatigheid. Dit advies, u raadt het al, is door het Kabinet en de Tweede Kamer genegeerd. De tendens van die tijd was immers dat fraude keihard moest worden aangepakt.

Een ‘algemene hardheidsclausule’ ontbreekt bijvoorbeeld volledig in toeslagenwetgeving

Gevolg de fraudewet werd in oktober 2012 met een grote meerderheid door de Kamer aangenomen: CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PVV, SGP en VVD stemden voor. Zie daar de boter op het hoofd van de Tweede Kamer fracties.

Kabinet en Kamer ageren op de waan van de dag

Feitelijk ligt hier de kern van de ellende die is uitgemond in de toeslagenaffaire. Keer op keer lijkt het kabinet en ook de Kamer blind te zijn voor gegronde adviezen van de Raad van State daar waar het gaat om te betrachte zorgvuldigheid, haalbaarheid, en zeker de impact van fraudewetgeving op de burger. Adviezen wetgeving niet in te voeren worden genegeerd. Nog een voorbeeld? Een ‘algemene hardheidsclausule’ ontbreekt bijvoorbeeld volledig in toeslagenwetgeving. Een dergelijke clausule wordt in sociale wet en regelgeving doorgaans opgenomen om in bijzondere gevallen af te kunnen wijken van de regels. In de toeslagenwet is dit bewust niet gedaan. Dit wederom tegen duidelijk en concreet advies van de Raad in.

Ik kan zo nog wel even doorgaan beste lezer, maar ik ga u niet verder vermoeien met (quotes) over allerlei wet en regelgeving. Conclusie is dat het aftreden van het kabinet gezien de ernst van de materie onvermijdelijk was en het enige juiste wat ze konden doen. Echter niet alleen het kabinet heeft hier verantwoordelijkheid voor te dragen. Ook de Eerste en Tweede Kamer moeten maar eens goed in de spiegel kijken. Sterker nog. De gehele samenleving (ja ook u en ik) hebben in zekere zin bijgedragen aan de rigide fraudewetgeving waarvan deze mensen nu de dupe zijn. Hoe? Door telkens weer collectief extreem verontwaardigd te reageren wanneer er misstanden aan het licht komen omtrent het gebruik van regelingen die voort komen uit onze sociale zekerheid. Die sociale zekerheid waarop we met zijn alle toch wel wat zuiniger mogen zijn. Want dat is een groot goed.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*